REISAFFICHE

Home Reizen Contact Site Map Zoeken

Inhoudsopgave
Inleiding
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Dag 8
Dag 9
DAG 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Dag 15
Dag 16
Dag 17
Dag 18
Dag 19
Dag 20
Dag 21 en 22
Evaluatie en tips



Wat doe jij tegen agressie en geweld?

Cambodja

Koninklijk paleis

Dag 10: zondag 28 oktober 2001

Phnom Penh
Op bezoek bij Sihanouk


We vertrekken vroeg in de morgen om te voet naar het Koninklijk Paleis te gaan, voordat het te heet wordt. Het is makkelijk te belopen. We komen langs brede boulevards met hoekig uitziende monumenten. In een park worden kramen opgebouwd, met het oog op het Waterfeest wat hier over een paar dagen gaat plaats vinden. De evenementen die op stapel staan worden gesponsord door het sigarettenmerk "Alain Delon". De man moest eens weten! Of misschien weet hij het maar al te goed en krijgt hij royalty's voor het gebruik van zijn naam. We worden nauwelijks lastig gevallen, behalve door motorijders die ons achterop willen nemen en enkele bedelkinderen. Een klein jochie dat erg sip kijkt geven we wat te drinken. In één teug klokt hij een halve liter water naar binnen.

Het Koninklijk Paleis bestaat uit meerdere gebouwen. Niet alle gebouwen mogen bezichtigd worden en er mogen binnen geen foto's gemaakt worden. Het is allemaal pracht en praal. Goud en geel zijn de voornaamste kleuren. Op de daken liggen felgekleurde, glimmende dakpannen. Rondom de gebouwen ligt een prachtige botanische tuin met allerlei exotische planten en bomen.

In het Napoleon III paviljoen zijn schilderijen tentoongesteld, die cadeau zijn gedaan aan de koninklijke familie. Over het algemeen verkeren ze in erbarmelijke staat. Ook het gebouw zelf, dat nota bene pas gerestaureerd is, ziet er slecht uit. De schilderijen zijn ontzettend oubollig. Het koningspaar wordt in stijve poses afgebeeld, veelal in stuitende kleuren. Achter de rododendrons ermee! Sommige portretten geven echter een professionele indruk. Zo is er een hele serie van de koning en koningin, in informele kleding. Het paar ziet er levendig en levensecht uit.

We bezoeken de Zilveren Pagode, zo genoemd omdat de vloer belegd is met zilveren tegels. Er ligt een loper overheen zodat ze niet beschadigd kunnen worden. De tegeltjes maken een grappig, klepperend geluid wanneer je er overheen loopt. In het midden van de pagode staan twee Boeddhabeelden. Eén gouden, staande Boeddha en een zittende van groene steen. Langs de muren staan vitrines met zilveren en gouden objecten. Op de voorwerpen staat met merkpen een nummer geschreven! Dat doet me denken aan ons wasgoed. Toen we het terugkregen van de wasserij, stond in elk kledingstuk ons kamernummer gekladderd. Op mijn beha's stond het zelfs aan de buitenkant, zodat ik nu rondloop met borstnummer 210! De objecten zijn vermoedelijk relatiegeschenken. Vooral de sigarettenkokers zijn zeer fraai. Ze zijn heel fijn bewerkt en ingelegd met edelstenen.

In een ander gebouw is de troonzaal gevestigd. We mogen niet naar binnen, maar wel door de ramen gluren. In de zaal staan lange tafels met cadeautjes erop. De vloer is belegd met beschilderde tegels. Er is een altaar met borstbeelden van diverse koningen en een levensgroot beeld van Sihanouk in een heldhaftige pose.

Nadat we alles bekeken hebben en gewandeld hebben door de botanische tuin, lopen we langs de Sap-rivier richting postkantoor. Langs de waterkant staan talloze stalletjes met etenswaren. Kinderen spelen in het modderige water. Ter hoogte van de Foreign Correspondents Club of Cambodia (een restaurant waar vroeger de buitenlandse journalisten samen kwamen), slaan we een zijstraatje in. We kunnen het postkantoor eerst niet vinden, want de plattegrond klopt niet helemaal. We dwalen door modderige straatjes en komen op een gegeven moment bij een plein terecht. Daar staat een knoert van een gebouw en dat blijkt het postkantoor te zijn. Ik koop twaalf postzegels. Nu kunnen de kaarten éindelijk gepost worden. Sommige had ik al geschreven in Bangkok!

Bij een eetstalletje nemen we een blikje groene Fanta, iets wat in Nederland niet bestaat. Het smaakt enigszins naar reine claude-limonade en het is mierzoet. We hebben uitzicht op Wat Phnom Penh, de tempel waar de stad haar naam aan dankt. Volgens het verhaal vond de oude mevrouw Penh op een heuvel (=phnom) drie gouden Boeddhabeelden. Op de heuvel werd een tempel gebouwd en rond de tempel ontstond de stad. In de "Lonely Planet" reisgids lezen we dat het altijd stervensdruk is bij de tempel. We hebben weinig zin ons in de drukte te storten, dus houden we de tempel voor gezien. In plaats daarvan bezoeken we de Nieuwe Markt, die gevestigd is in een oud, koloniaals gebouw. Het is een zeer uitgebreide markt waar alles te koop is, van matrassen tot gouden horloges. We kunnen alles rustig bekijken zonder aangeklampt of aangeroepen te worden.

Hierna lopen we op ons gemak terug naar het hotel. We komen langs een aantal gegoede wijken met mooie huizen en langs middenstandswijken met eenvoudige flats. Tankstations heb je hier in drie varianten: de "gewone" tankstations zoals we die van thuis kennen. Dan heb je de handpompjes, van het type dat je bij ons in de vijftiger en zestiger jaren zag. En dan heb je nog karretjes langs de kant van de weg waar benzine in limonadeflessen verkocht wordt. Je kunt kiezen uit 1, 1,5 of 2 liter. Op weg naar het hotel zien we de laatste twee varianten veelvuldig.

In het hotel lunchen we. Daarna ga ik naar het dakterras om foto's te maken en wat kaarten te schrijven. Later op de middag gaan we naar het Lucky warenhuis, dat zich boven de Lucky supermarkt bevindt. Ze verkopen er speelgoed en kleding. Alle spullen zijn, zelfs naar Hollandse begrippen, belachelijk duur.

Aan de overkant van de straat zit de International Bookshop. Zonder kleerscheuren weten we de drukke boulevard over te steken. In de winkel zijn voornamelijk kopieën van boeken te koop. We kijken of we een eenvoudig lesboekje in Khmertaal kunnen vinden. Maar de lesboekjes zijn te ingewikkeld voor ons. Het is erg leuk om rond te struinen in deze winkel. Het Cambodjaanse publiek staart ons verbaasd aan. Eén jongetje is zelfs een beetje bang voor ons. Misschien vanwege onze zonnebrillen. Paul koopt het boek "First they killed my father", het waargebeurde verhaal van een vijfjarig meisje tijdens het regime van Pol Pot.

Op de terugtocht naar het hotel bezoeken we een tempel. Rond een pleintje staan allemaal stupa's (klokvormige torentjes). Ik denk dat het graven zijn. Ik weet eigenlijk niet eens of Boeddhisten hun doden begraven of cremeren. Toch eens nalezen.

In het hotel gaan we met een drankje op het dakterras zitten. De zon verdwijnt oranjerood achter een flatgebouw. Even later voegt Jan Luc zich bij ons. Hij vertelt dat we morgen slechts 10 kilo bagage per persoon mogen meenemen in het vliegtuig. Dat wisten we nog niet. De rest van de bagage mag in het hotel gestald worden. Op onze kamer gaan we de bagage reorganiseren. We stoppen de overbodige spullen in een grote plunjezak.

Later op de avond gaan we eten bij restaurant Amok, tegenover het hotel. De bediening verloopt vlekkeloos. Bovendien is het een zeer sfeervol restaurant, met overal lampjes en planten. Naast ons tafeltje staat een schemerlamp. Huiselijk, hoor!

<-Vorig hoofdstuk: dag 9 Volgend hoofdstuk: dag 11->
Home Reizen Contact Site Map Zoeken

Valid HTML 4.01 Transitional